Luisteren is het halve werk in communicatie. Maar hoe vaak voel je je echt gehoord in zakelijk contact of privésituaties? En hoe vaak voelen anderen zich echt gehoord door jou, als je eerlijk bent? Vier aanwijzingen die veel verschil maken voor je kwaliteit van luisteren.
Dat luisteren niet eenvoudig is komt onder meer doordat onze concentratieboog klein is, en de afleiding groot. Wat ook niet helpt is dat we als kind onbewust hebben geleerd dat het werkwoord luisteren meestal gebruikt wordt in de betekenis van ‘gehoorzamen’. Wanneer ouders, opvoeders, leerkrachten ons vroegen te luisteren, bedoelden ze gehoorzamen. Niet zo vreemd dus dat ‘luisteren’ is gaan klinken als een werkwoord met verplichtingen, in plaats van een handeling die je voordeel biedt en bijdraagt aan je eigen welzijn – en dat van anderen! Want wie met volledige aandacht aanwezig kan blijven om te luisteren, ontdekt dat er dan veel minder actie en energie nodig zijn om dingen op te lossen, om een ander te helpen, of contact te maken.
Meestal gebeurt er dit als we naar een ander luisteren: we vellen razendsnel oordelen over wat de ander vertelt, zodat we grip kunnen krijgen op wat we horen. We willen advies en oplossingen aandragen, troosten, geruststellen, medelijden uiten. Of we staan te popelen om te vertellen wat we zelf hebt meegemaakt, of welke associaties en herinneringen er in ons opkomen. We luisteren dan om te reageren. Begrijpelijk, want we willen zo graag iets doen, iets bijdragen voor de ander. Maar helpend is het in veel situaties niet. Speel je meer met niet-doen in luistersituaties, dan ontdek je dat er meestal niet meer nodig is dan luisteren om zowel de ander als jezelf te helpen – want wie zich volledig gehoord voelt, heeft daarna weer ruimte om de rol van luisteraar op zich te nemen. Win-win.
Hoe doe je dat, echt luisteren?
1.
Stel je in op niet-doen. Alleen luisteren. Onderbreek de ander niet terwijl die zijn of haar verhaal vertelt. Geef geen adviezen of troost, stelt niet gerust. Ook niet in gedachten. Je laat de ander bepalen waar het gesprek over gaat en welke kant het op gaat.
2.
Om de ander te helpen zijn verhaal volledig te doen, kun je wel vragen stellen. Vraag naar gevoelens die bij de ander spelen, en raad welke behoeftes eronder liggen. Maak je je zorgen over…? Ben je teleurgesteld dat..? Heb je behoefte aan..?
3.
Realiseer je: jij weet als vraagsteller nooit het antwoord op de vragen. Vragen geformuleerd als conclusie of interpretatie hebben namelijk een niet-verbindend effect. Voel maar: dus je bent bezorgd. Ik zie dat je teleurgesteld bent. Niemand wil zich dat laten zeggen. De ander kan alleen zelf voelen wat er gaande is.
4.
Besef dat je met sommige vragen eigenlijk alleen je eigen nieuwsgierigheid bevredigt, en dat het de verteller afleidt van zijn verhaal. Elke vraag die informeert naar wie, wat, waar, wanneer en waarom heeft dat effect. Van een waaromvraag schieten veel mensen zelfs in de verdediging, wat de verbinding tussen jou en de ander in de weg staat.
In het begin kan niets doen en alleen maar luisteren behoorlijk ongemakkelijk en beperkend voelen. Alsof je voortdurend op je handen zit. Maar dat went. Al snel ga je merken dat je, misschien tot je verbazing, zoveel meer bereikt door enkel te luisteren.
Een nuance is trouwens wel op zijn plaats. Want de traditionele manier van luisteren (luisteren om te reageren) kan zeker helpend zijn. Het is helpend als je zeker weet dat de ander behoefte heeft aan je troost, geruststelling of advies. Maar meestal heeft de ander dat niet nodig, en is een luisterend oor bieden al genoeg. Dat is waar we allemaal het meest behoefte aan hebben.
Meer weten over dieper leren luisteren? Je vindt het in De eenvoud van aandacht. Wat je zoekt is dichterbij dan je denkt.